Algemene informatie rond de grasparkiet

Herkomst:

De grasparkiet (Melopsittacus undulatus) behoort tot de papegaaiachtigen en komt in het wild in grote zwermen in Australië voor. Ruim 150 jaar geleden werd de grasparkiet in Europa ingevoerd. Ze worden gehouden in een kooi of volière. Door ontsnappingen leven ook in Nederland en België steeds meer parkieten in het wild. In sommige stadsparken zijn hele groepen waar te nemen.

 

Grootte:

Ongeveer 18 cm

Geslachtsonderscheiding:

Het geslacht van je grasjes kun je bepalen aan de hand van hun neusdoppen.

 

Socialisatie:

Als parkieten alleen in een kooi worden gehouden hebben ze veel aandacht nodig. Het zijn echte groepsdieren en daarom is het beter om er twee of meer te houden (bij voorkeur een even aantal). Speelgoed en klimgerei zijn noodzakelijk bij het leven in een kooi. Parkieten zijn vrolijke ondernemende vogels die erg tam kunnen worden, vooral als ze van jongs af aan met mensen in aanraking zijn geweest. Sommige grasparkieten kunnen gaan praten, de meeste doen dat echter niet.

Huisvesting:

U kunt een parkiet houden zonder een vriend/vriendinnetje, maar het is aangeraden een even aantal parkieten te houden, voor de socialisering en om te verkomen dat de parkiet zich eenzaam voelt. Uiteraard moet de kooi dan wat ruimer zijn. Een parkiet ontspant zich door zijn vleugels en staart te strekken. Ze mogen op deze manier natuurlijk niet hun vederpak beschadigen, dus is een ruime kooi een vereiste. Hoe ruim de kooi ook is: het blijft voor de gezondheid van de vogel goed om af en toe ook los te vliegen. Let er wel op dat de grasparkiet niet tegen het raam opvliegt door bijvoorbeeld de vitrage dicht te doen. De kooi moet voorzien zijn van stevige water- en voerbakken en een paar stevige stokken. Wij adviseren om naast de standaard stokken ook nog een speciale stok voor het slijten van de nagels te bevestigen. Deze stok is wat afwijkend van diameter waardoor de pootjes van de vogel soepel blijven. Omdat de pootjes de stok niet kunnen omspannen, slijten de nagels. Deze stok is tevens van wat ruwer materiaal zodat de pootjes een soort voetmassage krijgen. De plaats van de kooi is erg belangrijk. Als de vogel te dicht bij het raam of de verwarming staat, kan hij door de temperatuurschommelingen in de zogenaamde ‘huiskamerrui’ blijven. Tocht door o.a. openstaande deuren of ramen is vanzelfsprekend ook niet goed.

Voeding:

In de natuur eet de parkiet gevarieerd en meerdere zaden per dag. De meeste voeders zijn vrij eenzijdig en bevatten gemiddeld maar zes soorten zaden. Daarnaast moet iedere dag vitamines en eivoer gegeven worden. Wij hebben een kleinhandel waar we altijd om ons eivoer gaan. Het voer bevat naast de vele zaden, granen en vruchten ook eivoer, vitaminen, mineralen en essentiële aminozuren die onmisbaar zijn voor de parkiet. Deze combinatie maakt het een compleet voer en door de toevoeging van zuivere bloemhoning is de acceptatie erg goed. Vogels hebben twee magen: de kliermaag en de spiermaag. In de kliermaag worden sappen toegevoegd en in de spiermaag wordt, door het samentrekken van de maag en met behulp van grit, het voer vermalen om goed verteerd te kunnen worden. Het is daarom belangrijk voor de vogel dat er voldoende grit aanwezig is. Ook wanneer u schelpenzand gebruikt, is het belangrijk om grit bij te geven. De schelpjes uit het zand worden namelijk week door de sappen in de kliermaag, waardoor ze in de spiermaag geen functie meer hebben. Parkieten zijn ook dol op een klein stukje groente of fruit, maar niet te lang aanbieden. Want fruit gaat vlug rotten. En door rot fruit kan je parkietje ernstig ziek worden.